Angst is een beschermend signaal dat ons vanaf de oertijd helpt. Stel dat je geen angst hebt, dan zou je gevaar niet of onvoldoende onder ogen zien en je begeven in situaties die schadelijk zijn voor de lichamelijke en geestelijke integriteit. De bouwvakker die in een dierentuin aan het werk is in het leeuwen verblijf doet er goed aan eerst te kijken of de dieren zich niet in de ruimte bevinden waar hij zich begeeft, omdat het anders de kans loopt door een leeuw aangevallen te worden. Onvoldoende oplettendheid door een gebrek aan angst kan dus leiden tot een gevaarlijke situatie.
Zowel de leeuw als de mens, evenals alle diersoorten, beschikken over reacties die gericht zijn op overleving.
Fight, Flight, Freeze.
Deze reacties zijn voor een ieder verschillend en context afhankelijk. Je weet dus niet van tevoren hoe je reageert in bepaalde situaties. Deze oer reflex is bedoeld om ons te behoeden tegen gevaren, maar werken soms averechts. De freeze reactie is adequaat voor een konijntje dat zich wil beschermen tegen de buizerd die vanuit de lucht het landschap bespiedt, maar werkt volkomen averechts in de koplampen van een aanstormende auto.
Amygdala
Als er een hevige bedreiging plaatsvindt, die onze lichamelijke en geestelijke integriteit kan aantasten. Gaan de zintuiglijke alarmsignalen direct naar ons acute stresscentrum, de amygdala kern.
Het kan knap lastig zijn dat onze Amygdala kern zo maar tot vuren overgaat terwijl er geen sprake is van acuut gevaar. Deze labiele regulering van de Amygdala kern ontstaat in de overgang van de puberteit naar volwassenheid. In die periode van ons leven ligt de Amygdala kern meer in de vuurlinie van andere neuronen. Mogelijk een evolutionair voordeel omdat jonge mannen en vrouwen nu eenmaal sinds mensenheugenis alert moesten zijn voor gevaren die de groep bedreigden.
Dus ben je geen jonge strijder en zit je gewoon op de bank, dan kunnen er toch plotselinge overlevingsreacties ontstaan, die worden gegenereerd door onze overactieve Amygdala, die reageert op elke prikkel, of deze prikkel nu intern is, zoals een gedachte, of dat deze prikkel extern is, zoals een bepaalde waarneming. Omdat we voor de Fight en Flight reactie maximaal moeten kunnen beschikken over onze spieren gaan we hyperventileren. Dit zorgt ervoor dat de zuurstof verzadiging in ons bloed toeneemt. Echter als je op de bank zit verbrand je deze zuurstof niet. Hierdoor daalt het koolzuur in je bloed relatief snel. Dit brengt allerlei nare sensaties teweeg. Wil dat opheffen kun je het beste twee dingen doen. Je spieren intensief gebruiken want de verbranding door spieractiviteit leidt tot een lagere zuurstofspiegel en een hogere koolzuur spiegel in je bloed. Heb je geen houtstapel in de buurt waarop je de botte kracht kunt uitleven dan kun je ook de dode ruimte (het starre deel van je luchtwegen, zoals mond- en neusholte en adempijp) vergroten door deze te verlengen. Vroeger was het advies in een zakje te blazen. Dat kan, maar niet te lang anders krijg je het echt benauwd. Beter is een snorkelpijp of een hyperfree apparaatje waarmee je de dode ruimte vergroot. Dan krijg je toch nog zuurstof binnen en stijgt het koolzuur gehalte in het bloed weer.
De paniekaanval, zoals hierboven beschreven kan ontstaan door nare zaken die je persoonlijk raken, maar ook door schokkende gebeurtenissen, zoals bij PTSS. Bepaalde triggers* kunnen dan een paniekaanval uitlokken.
)* een trigger is een waarneming die door de persoon geassocieerd wordt met de schokkende gebeurtenis en daardoor de schokkende gebeurtenis laat herleven.
Reële angst en irreële angst
Zoals hierboven uiteengezet is het maar goed dat wij angst ervaren in bedreigende situaties. Is er sprake van irreële angst, oftewel angst die optreedt zonder dat er sprake is van een bedreiging, dan is er sprake van een psychiatrische aandoening. Zo ook bij de hierboven beschreven paniekreactie, tenminste als deze herhaald optreedt en zich kenmerkt door significant lijden.
De volgende angststoornissen zijn beschreven:
paniekstoornis: recidiverende paniekaanvallen, met tussendoor angst een nieuwe paniekaanval te krijgen;
agorafobie: angst voor en vermijding van situaties waaruit men denkt moeilijk te kunnen ontkomen of waarin
men moeilijk hulp zou kunnen krijgen als zich een paniekaanval voordoet;
specifieke fobie: hevige, aanhoudende angst voor en vermijding van specifiek object of specifieke situatie;
sociale-angststoornis (sociale fobie): hevige, aanhoudende angst voor en vermijding van situaties waarin
men wordt blootgesteld aan een mogelijke kritische blik van anderen. De sociale angststoornis wordt
onderverdeeld in een specifieke vorm, waarbij de angst gekoppeld is aan een specifieke situatie zoals
podiumvrees en in een gegeneraliseerde vorm, waarbij de angst in verschillende situaties voorkomt;
gegeneraliseerde-angststoornis: buitensporige, aanhoudende angst of bezorgdheid over een
verscheidenheid aan dagelijkse onderwerpen die gepaard gaat met symptomen als piekeren, rusteloosheid,
vermoeidheid, concentratieproblemen, prikkelbaarheid, spierspanning en slaapproblemen;
scheidingsangst of separatieangststoornis: niet bij de ontwikkelingsfase passende, excessieve angst of
vrees om gescheiden te worden van diegenen aan wie de betrokkene gehecht is;
obsessieve-compulsieve stoornis (OCS): terugkerende en hardnekkige gedachten, impulsen of
voorstellingen (obsessies) en/of dwanghandelingen (compulsie)